De voormalige nutstuinen achter en opzij van de kernbebouwing worden aan de noordzijde begrensd door een tuinmuur. Deze strekt zich vanaf de noordelijke eindgevels van de bouwhuizen uit in oostelijke en westelijke richting om daar te eindigen in een tuinpaviljoen. De gemetselde rood bakstenen muur wordt aan de parkzijde geleed door lisenen en aan de tuinzijde door steunberen. De zeshoekige paviljoens op de hoeken worden bekroond door een koepeldak, gedekt met leien. De veelhoekige plattegrond wordt geaccentueerd door overhoekse gemetselde lisenen. Rondom een eenvoudige afsluitende gootlijst en meerruits vensters met kleine roedenverdeling, aan de tuinzijde een meeruits deur, voorafgegaan door een hardstenen stoepje. [Bron: Rijksmonumentenregister, monumentnr.: 527554]