Historische tuin- en parkaanleg - Eerde

Historische tuin- en parkaanleg behorende tot de buitenplaats Eerde. De kern van de buitenplaats Eerde wordt gevormd door het omgrachte hoofdgebouw, gelegen aan een voorplein dat geflankeerd wordt door twee langgerekte bouwhuizen. Het voorplein is vanaf de Hammerweg bereikbaar via een formele toegangs- annex zichtlaan, die zich aan de andere kant van de Hammerweg en aan de achterzijde van het huis doorzet als Grand Canal en zo de hoofdas vormt van het formele lanenstelsel. Vanaf de toegangslaan leidt een dubbele boogbrug uit 1854, naar een ontwerp van architect I.H. Eberson, naar het voorplein. Het brugdek van gele klinkers in visgraatpatroon wordt begrensd door een hardstenen stoep. De formele inrichting van het met klinkers bestrate voorplein bestaat uit een centraal rond grasperk, afgezet met keien, waarop in het midden een zonnewijzer op een ornamentele hardstenen sokkel staat. Rond de sokkel een formeel patroon van buxus. In de hoeken van het plein eveneens buxus. Achter en opzij van het hoofdgebouw en de beide bouwhuizen strekken zich grote voormalige nutstuinen uit, waarvan nog een deel als boomgaard in gebruik is. De tuinen worden aan de noordzijde begrensd door een tuinmuur met paviljoens op de hoeken (circa 1715), welke aansluit op de noordelijke eindgevels van de bouwhuizen. Aan de parkzijde worden zij begrensd door een haag. In de westelijke tuin staat een 19de-eeuwse oranjerie. Hoofdgebouw, huisplaats en tuinen beslaan samen een formele, rechthoekige plattegrond en worden als geheel door een (tweede) gracht omgeven.
De kern van de buitenplaats ligt ingebed in een uitgebreid formeel lanenstelsel dat teruggaat tot 1715 en dat in hoge mate het beeld van de buitenplaats bepaalt. Een deel van de lanen is met beuken beplant (de zogenaamde beukencarré rond de buitengracht), het andere deel met zomereiken. De lanenstructuur vormt en begrenst een aantal vierkante en rechthoekige bosvakken met gevarieerde invulling. Deze invulling is, in tegenstelling tot de overkoepelende lanenstructuur, in de loop der tijd aan de (vroeg-)landschappelijke mode aangepast. In een aantal vakken ligt een kleine waterpartij centraal, slingerend, komvormig of vierkant. In andere vakken zijn restanten van een vroeg-landschappelijk padenpatroon met dichte hakhoutbeplanting aanwezig, die anno 2001 worden gerestaureerd/gereconstrueerd. De lange hoofd- en tevens symmetrie-as van het lanenstelsel fungeert deels als toegangs- annex zichtlaan (tussen de Hammerweg en het voorplein) en deels als Grand Canal annex zichtas (ten noorden van de Hammerweg en aan de achterzijde van het huis). De oostwest geprojecteerde laan voor de huisplaats wordt aan de westzijde visueel beëindigd door een ornamentele tuinmanswoning.
Aan de achterzijde van het huis (zuid) een landschappelijke inrichting uit de tweede helft van de 19de eeuw, die aansluit bij het karakteristieke hoeven- of kampenlandschap in het westelijk deel van het landgoed en die in het zuiden begrensd wordt door de rivier de Regge. Dit hoeven- of kampenlandschap is ter plaatse bijzonder gaaf bewaard gebleven. Het wordt gekenmerkt door met bomen of hagen omzoomde bouw- en weilanden, die soms verhoogd gelegen zijn (onder meer de Eerder es) en waarin verspreid liggende boerderijen een rustiek accent vormen. Het landschappelijke karakter van de aanleg ten zuiden van het huis en ten westen van het formele lanenstelsel wordt in hoge mate bepaald door deze karakteristieke landbouwgronden en de bijbehorende boerderijen, hier en daar afgewisseld met loofbos. Samen vormen deze elementen een bijzonder fraai en gevarieerd landschap, dat zich vanaf de verschillende wandelpaden steeds anders voordoet. Vanaf de diverse lanen en paden zijn gezichten op het huis en op enkele dienstwoningen, die voor dit doel strategisch zijn geplaatst en fraai zijn vormgegeven. Vanaf de achterzijde van het huis zijn er weidse gezichten op het landschap, die worden begeleid door boomgroepen. Er zijn onder meer zichtassen over het landschappelijk vergraven Grand Canal in de richting van de rivier de Regge. Dit landschappelijke deel van het park, in het zuidelijke en westelijke deel van de aanleg, is een goed voorbeeld van een laat 19de-eeuws landschappelijk park, waarbij de landelijke schoonheid van de omgeving richtinggevend was voor het ontwerp en daarin optimaal werd benut.
In het noordelijke deel van de aanleg liggen een ijskelder en een grafkelder, beide uit de tweede helft van de 19de eeuw en een dienstwoning met koetshuis en schuur, uit de eerste helft van de 19de eeuw. [Bron: Rijksmonumentenregister, monumentnr.: 527547]

2011 - 20110116134955
2011 - 20110116134955
Laatste reacties
  • marietje luttekes, 24-07-2024 13:35
    Achterzijde huizen a.d. Stationsweg
  • marietje luttekes, 23-07-2024 09:32
    2. Truus Hurink ? 3 Aaltje Steen
  • marietje luttekes, 23-07-2024 09:06
    Eppie v.d. Blauwen (van 'n Blauwen is de bijnaam voor de familie Egberts)
  • marietje luttekes, 22-07-2024 23:40
    en er staan nog jonge leilinden.
  • marietje luttekes, 21-07-2024 12:20
    De gerooide oude eik aan de Zeesserweg ongeveer ter hoogte van het Edith-Hof.