Arme kinderen uit de stad vakantie bieden in de bosrijke omgeving van Ommen. Dat was 75 jaar geleden de doelstelling van het kinder- en vakantiehuis Wolfskuil. Het werd gebouwd in opdracht van jonkheer Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf (1888-1975) uit Den Haag. In 1939 heeft de rijke jonker het uit dennenbos en heide bestaand gebied tussen de spoorlijn en de Regge, ter grootte van ongeveer 28 hectare gekocht van zijn neef Philip Dirk Baron van Pallandt van Eerde. Op het zuidelijk deel van het terrein werd vervolgens het kinderhuis gebouwd. De bedoeling van jonkheer Repelaer daarbij was om kinderen uit de achterstandswijken uit de Randstad naar de Wolfskuil te laten komen en ze hier weer aan te sterken. Het gebouw van 34 bij 8 meter in de Wolfskuil omvatte op de benedenverdieping kantoor, spreekkamer, twee officierskamers, eetzaal, keuken, washuis, slaapkamer en een dagverblijf voor kleuters, terwijl voor jonkheer Repelaer in de rechtervleugel een logeerkamer was ingericht. Op de bovenverdieping twee grote slaapkamers, elk plaats biedend aan tien kinderen, vier eenvoudige slaapkamers voor de officieren, een dokterskamer, ziekenzaaltje, linnenkamer, douchecellen en badkamer. Alle kamers waren in lichte kleuren geverfd, de plafonds van de bovenkamers waren van celotex. Het gebouw was bovendien voorzien van centrale verwarming en stromend koud en warm water. Er was plek voor 25 arme stadskinderen, die gedurende 6 weken konden genieten van een gezonde omgeving. Het vakantiehuis werd geopend op 9 oktober 1940. In 1947 werd het, als gevolg van een defect aan de centrale verwarming, door brand verwoest. Alleen de inventaris kon nog worden gered. Een jaar na de brand stond er weer een nieuw gebouw met de naam Sint Jorishoeve. [bron: Harry Woertink]